knokken

werkw.
Uitspraak:  [ˈknɔkə(n)]
Afbreekpatroon:  knok·ken
Vervoegingen:  knokte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geknokt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

vechten, of erg je best doen
Voorbeelden:  `Er waren daar drie mannen aan het knokken.`,
`Zij heeft hard geknokt om het examen te halen.`


Synoniemen
bakkeleien   duelleren   kampen   matten   strijden   vechten   

Intensiveringen
Hoe kun je knokken krachtiger uitdrukken?
keihard knokken;

4 definities op Encyclo
  • (Bargoens, 1914) vechten
  • •vechten. •"(figuurlijk)" vechten.
  • [Bargoens, boeventaal] vechten, slaan, stukslaan.
  • 1) Ruziën 2) Vechten (volkstaal) 3) Vechten 4) Duelleren 5) Strijden 6) Boksen 7) Bakkeleien 8) Slaan 9) Matten 10) Kampen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
knokken (vechten)

Taaladvies
Waar komt de zegswijze een robbertje vechten (`een partijtje vechten`) vandaan? Zie Een robbertje vechten

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van knokken?
De verleden tijd van knokken is 'knokte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geknokt'.
Wat betekent knokken?
'vechten, of erg je best doen'
Hoe spel je knokken?
knokken spel je K N O K K E N
Wat is een ander woord voor knokken?
Andere woorden voor knokken zijn bakkeleien, duelleren, kampen, matten, strijden en vechten.

Op andere websites
Zoek knokken op Woordenlijst.org
Zoek knokken op Google
Zoek knokken op Wikipedia