knippen

werkw.

Uitspraak:	[ˈknɪpə(n)]
Afbreekpatroon:	knip·pen
Vervoegingen:	knipte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geknipt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met een schaar of tang (iets) van vorm veranderen

Voorbeelden:

`je haar kort laten knippen`, `stof voor een rok knippen`, `De conducteur knipt de kaartjes.`

Zie ook:

knip

afknippen   besnoeien   coifferen   couperen   inkorten   kappen   knipperen   knipsloten   knipsluitingen   snoeien   trimmen   

• [Soldatentaal, 1914] slapen.
• (Bargoens, 1914) arresteeren, aanhouden
• •met een schaar uitsnijden. •een klikkend geluid met de vingers maken. • [informatica] een bewerking waarbij een uitgekozen hoeveelheid informatie van de ene plek verwijderd wordt, meestal om haar op een andere plek te kunnen plakken.
• er met een schaar een snee in maken vb: ik knip een artikel uit de krant je vinger van je duim laten springen en zo geluid maken vb: hij knipte met zijn vingers en de ober verscheen hij is geen knip voor zijn neus waard [niets]
• [Bargoens, boeventaal] aanhouden. [35]

Toon uitgebreidere definities

• uitknippen• verknippen• doorknippen• bijknippen• aanknippen

knippen (snijden met een schaar e.d.; een klappend geluid met de vingers maken)

Wat is de verleden tijd van knippen?

De verleden tijd van knippen is 'knipte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geknipt'.

Wat betekent knippen?

'met een schaar of tang (iets) van vorm veranderen'

Hoe spel je knippen?

knippen spel je K N I P P E N

Wat is een ander woord voor knippen?

Andere woorden voor knippen zijn afknippen, besnoeien, coifferen, couperen, inkorten, kappen, knipperen, knipsloten, knipsluitingen, snoeien en trimmen.

Zoek knippen op Woordenlijst.org
Zoek knippen op Google
Zoek knippen op Wikipedia