de knecht

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[knɛxt]
Verbuigingen:	knechten (meerv.)

1) jongen of man die een baas helpt bij het werk

Voorbeelden:

`boerenknecht`, `Sinterklaas en zijn knecht Piet`

2) wielrenner die de belangrijkste wielrenner van de ploeg helpt ^sport

Voorbeeld:

`Twee knechten van de grootste kanshebber zijn betrapt op dopinggebruik.`

bediende   boerenknecht   dienaar   dienstknecht   hulpje   meester (antoniem)   

• zo heer zo knecht (=de knechten volgen het voorbeeld van de bazen)
• zo de heer, zo de knecht (=medewerkers gedragen zich net zoals hun leidinggevende)
• had je me gisteren gehuurd dan was ik vandaag je knecht geweest (=je moet zo niet commanderen - dat doe ik gewoon niet!)
• beter kleine meester dan grote knecht (=liever een bescheiden zelfstandige dan een grote knecht bij een baas)
• altijd de oude knecht blijven (=geen vorderingen maken (ook geen achteruitgang))
Naar de spreekwoorden

• (1) Horizontale vierkanten houten balk aan de achterkant van de mastkoker, voorzien van korvijnagels, waarin de lummel rust en waarop de vallen belegd worden. (2) Stuurpen.
• •iemand die in dienst is van met name een boer.
• jongen of man die iemand helpt met werk vb: de boer had drie knechten
• 1. een eenvoudige windas, zoals er bij elke mast een stond om de zeilen te hijsen; een bezaansknecht, een fokkeknecht, een voormarseknecht etc. De knecht stond vaak onder het eerste dek. 2. houten pin, om een schoot of touw aan vast te maken [ook: kikker].
• 1) Hulpje 2) Wielersportterm 3) Hulp bij arbeid 4) Werkman 5) Bode 6) Werkkracht 7) Ambachtsgezel 8) Ondergeschikte 9) Helper 10) Jongen 11) Handwerksgezel 12) Dienaar 13) Beroep 14) Bediende 15) Lakei 16) Mannelijke bediende 17) Wielrenner 18) Gezel

Toon uitgebreidere definities

• knechten• knechtenkamer• knechting• knechtschap

• wapenknecht• voetknecht• terreinknecht• stalknecht• slagersknecht• rijknecht• meesterknecht• livreiknecht• lijfknecht• letterknecht• landsknecht• huisknecht• gildeknecht• dienstknecht• boerenknecht• beulsknecht• bakkersknecht

knecht (assistent, bediende)

Wat is juist: `Ik was vroeger bang voor Zwarte Piet` of `Ik was vroeger bang voor zwarte piet`? Zie Zwarte Piet / zwarte piet / zwartepiet

Is het 'de knecht' of 'het knecht'?

Het is 'de knecht', want knecht is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die knecht'.

Wat is het meervoud van knecht?

Het meervoud van knecht is 'knechten'. Eén knecht, twee knechten.

Wat betekent knecht?

'jongen of man die een baas helpt bij het werk' en 'wielrenner die de belangrijkste wielrenner van de ploeg helpt'

Hoe spel je knecht?

knecht spel je K N E C H T

Wat is een ander woord voor knecht?

Andere woorden voor knecht zijn bediende, boerenknecht, dienaar, dienstknecht en hulpje.

Wat is het tegenovergestelde van knecht?

Een antoniem van knecht is meester.

Zoek knecht op Woordenlijst.org
Zoek knecht op Google
Zoek knecht op Wikipedia