de klok

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  [klɔk]
Verbuigingen:  klokken (meerv.)

1) voorwerp waarop je kunt zien hoe laat het is
Voorbeeld:  `op de klok kijken`
de klok terugdraaien/terugzetten  (naar een vorige toestand teruggaan) `We moeten niet de klok terugdraaien, maar volgens moderne inzichten verder gaan.`
biologische klok  (iets dat je natuurlijke ritme van slapen en wakker zijn regelt) `Als de zomertijd ingaat heb ik de eerste dagen last van mijn biologische klok.`
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.  (nergens is het beter dan thuis)

2) groot bronzen instrument dat hard klinkt als erop geslagen wordt
Voorbeelden:  `De pastoor luidt de klok.`,
`Voordat de kerkdienst begint, luiden/beieren de klokken.`
aan de grote klok hangen  ((iets) aan iedereen vertellen)


Synoniemen
bel   koekoeksklok   pendule   uurwerk   

Spreekwoorden en zegswijzen
• zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens (=het is nergens zo goed als thuis)
• weten wat de klok slaat (=weten hoe laat het is)
• waar de klok luidt, daar is een kapel. (=geruchten hebben vaak een kern van waarheid)
• iets aan de grote klok hangen (=iets algemeen kenbaar maken)
• een man van de klok zijn (=iemand die steeds precies op tijd is)
Toon alle 9 spreekwoorden die klok bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met klok een ander begrip versterken?
klinken als een klok; stem als een klok; aan de grote klok hangen;

8 definities op Encyclo
  • apparaat dat de tijd aangeeft vb: het is vijf uur op de klok het klokje van gehoorzaamheid [de tijd waarop je naar bed moet] het klokje rond slapen [twaalf uur slapen] hij is een man van de klok [hij is altijd op tijd] zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens [het is nergens zo goed als thuis] een analog...
  • [Bargoens, boeventaal] (voor uur). De drukste klok van den Jodenhoek is 11 uur. Onder de klok tippelen. (Naar den dokter loopen op spreekuur; ziek zijn van jongens of meiden die met den neus in den wind hebben geloopen).
  • 1) Slingeruurwerk 2) Kast met wijzerplaat 3) Alarmapparaat 4) Iets dat de tijd aangeeft 5) Dashboardinstrument 6) Tijdaanwijzer 7) Tijdmeter 8) Wekker 9) Deel van een carillon 10) Tikkend voorwerp 11) Tijdwaarnemingsinstrument 12) Tijdwijzer 13) Alarmtoestel 14) Nederlandse illusionist 15) Glazen bedekking
  • Apparaat (werkend op kwarts) dat ervoor zorgt dat de verwerkingsfrequentie van een processor gehandhaafd blijft. Zou een processor te snel werken, dan wordt hij te heet, dus het is belangrijk dat de klok goed werkt
  • bel, uurwerk Jaar van herkomst: 1237 (CG I 1, 31 )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met klok:
klokgebeierklokgeluiklokhenklokhuisklokhuisboomklokjeklokjesachtigklokkeklokkenklokkendklokkenistklokkenluiderklokkenluidersregelingklokkenluiderssiteklokkenluiderswebsiteklokkenluidsterklokkenmakerklokkenspelklokkenspelerklokkenstoel
Toon alle woorden die beginnen met klok

Deze woorden eindigen op klok:
hangklokkerkklokschaakklokzebraklokwandkloktorenkloktijdklokstoeltjesklokstationsklokstaartklokspeelklokschakelklokprikklokpaaskloknoodklokmeetklokkwartsklokkoekoeksklokkerstklokduikerklok
Toon alle woorden die eindigen op klok

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. klok (grote kegelvormige bel; uurwerk)
  2. klok (tw.; zn. 'slok')


Taaladvies
Is uurwerk een correct synoniem van horloge? Zie Uurwerk / horloge

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de klok' of 'het klok'?
Het is 'de klok', want klok is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die klok'.
Wat is het meervoud van klok?
Het meervoud van klok is 'klokken'. Eén klok, twee klokken.
Wat betekent klok?
'voorwerp waarop je kunt zien hoe laat het is' en 'groot bronzen instrument dat hard klinkt als erop geslagen wordt'
Hoe spel je klok?
klok spel je K L O K
Wat is een ander woord voor klok?
Andere woorden voor klok zijn bel, koekoeksklok, pendule en uurwerk.

Op andere websites
Zoek klok op Woordenlijst.org
Zoek klok op Google
Zoek klok op Wikipedia