de kletskous

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[ˈklɛtskɑus]
Afbreekpatroon:	klets·kous
Verbuigingen:	kletskousen (meerv.)

iemand die veel kletst (1)

babbelaar   babbelaarster   klep   kletskop   kletsmajoor   kletsmeier   kletstante   kwebbel   leuteraar   leuteraarster   leuterkous   zwammer   zwetser   

• 1) Praatjesmaker 2) Commère 3) Praatal 4) Praatgraag 5) Leuteraar 6) Klappei 7) Klapmuts 8) Treite 9) Praatziek persoon 10) Praatzieke vrouw 11) Prater 12) Leuterkous 13) Leuteraarster 14) Klep 15) Praatziek mens 16) Klepmolen 17) Klets 18) Kletstante 19) Rabbelkous 20) Kletskop 21) Wauwel 22) Zwammer
• iemand die veel en onbetekenend praat; iemand die veel kletst, veel babbelt; praatgraag persoon
• praatzieke vrouw Jaar van herkomst: 1884 (GVD )

Toon uitgebreidere definities

kletskous (praatzieke vrouw)

Schrijf je rammelslag (`kletskous`) met een hoofdletter, of met een kleine letter? Zie rammelslag / Rammelslag

Is het 'de kletskous' of 'het kletskous'?

Het is 'de kletskous', want kletskous is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die kletskous'.

Wat is het meervoud van kletskous?

Het meervoud van kletskous is 'kletskousen'. Eén kletskous, twee kletskousen.

Wat betekent kletskous?

'iemand die veel kletst '

Hoe spel je kletskous?

kletskous spel je K L E T S K O U S

Wat is een ander woord voor kletskous?

Andere woorden voor kletskous zijn babbelaar, babbelaarster, klep, kletskop, kletsmajoor, kletsmeier, kletstante, kwebbel, leuteraar, leuteraarster, leuterkous, zwammer en zwetser.

Zoek kletskous op Woordenlijst.org
Zoek kletskous op Google
Zoek kletskous op Wikipedia