kleren

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈklerə(n)]
Afbreekpatroon:	kle·ren

wat je over je lichaam aantrekt

Voorbeeld:	`in je nette kleren naar een receptie gaan`
Synoniemen:	kleding, kledij
Kleren maken de man.	(door mooie kleren maak je een goede indruk)
niet in je kouwe kleren gaan zitten.	(aangrijpend zijn) `Een ongeluk met een kind gaat je niet in je kouwe kleren zitten.`
langs je kouwe kleren laten afglijden	(je niets aantrekken van (iets)) `Ik laat die valse beschuldigingen langs mijn kouwe kleren afglijden.`

gewaad   goed   kledij   kleding   plunje   tenue   

• iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
• de noppen van de kleren houden (=onkosten met zich meebrengen)
• de kleren maken de man (=iemands kleding bepaalt het aanzien dat hij krijgt)
• dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
• dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
Naar de spreekwoorden

• •de kleding of kledingstukken.
• wat je om je lichaam draagt vb: als ik thuiskom doe ik eerst mijn oude kleren (alleen meervoud) aan Synoniemen: kleding kledij
• 1) Dos 2) Plunje 3) Kloffie 4) Levensbehoeften 5) Kledingstukken 6) Kleding 7) Uitzet 8) Confectie 9) Lichaamsbedekking 10) Kostuum 11) Tenue 12) Textiel 13) Klederdracht 14) Toilet 15) Goed 16) Outfit 17) Wijze van gekleed gaan 18) Tooi 19) Omhulsel 20) Habijt 21) Ondergoed 22) Garderobe 23) Bedekking
• dat wat men draagt om zich mee te kleden; zaken die gebruikt worden om zich mee te kleden; zaken die gebruikt worden om het lichaam mee te bedekken en warm te houden; wat dient om zich mee te kleden; dat wat men draagt om zich te kleden; lichaamsbedekking voor mensen; verzameling kledingstukken, vaak een comb...
• kleding Jaar van herkomst: 1521 (WNT voering II )

Toon uitgebreidere definities

• klerenborstel• klerengek• klerenkast• klerenstandaard

• zomerkleren• werkkleren• stadskleren• poppenkleren• merkkleren• manskleren• mannenkleren• kinderkleren• kerstkleren• gevangeniskleren• burgerkleren• bommakleren• babykleren

kleren (kleding)

1. Gebruik je kleding, kledij of kleren in de volgende zin: Tieners zijn erg bezig met hun kledij/kleding/kleren? Zie Kledij / kleding / kleren
2. Wat is correct: klerezooi of klerenzooi? Zie klerezooi / klerenzooi
3. Waar komt het gaat me niet in de koude kleren zitten vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Het gaat me niet in de koude kleren zitten

Wat betekent kleren?

'wat je over je lichaam aantrekt'

Hoe spel je kleren?

kleren spel je K L E R E N

Wat is een ander woord voor kleren?

Andere woorden voor kleren zijn gewaad, goed, kledij, kleding, plunje en tenue.

Zoek kleren op Woordenlijst.org
Zoek kleren op Google
Zoek kleren op Wikipedia