de kleinzoon
zelfst.naamw. (m.)
| Verbuigingen: | kleinzoons kleinzonen |
| Verbuigingen: | kleinzoontje |
een zoon van iemands kind, een mannelijk kleinkind Bron: WikiWoordenboek.
6 definities op Encyclo
- • [familie] een zoon van iemands kind, een mannelijk kleinkind.
- de zoon van je kind vb: mijn kleinzoon is acht jaar
- 1) Familielid 2) Famillielid 3) Nakomeling 4) Zoonszoon 5) Nageslacht
- Een kleinzoon is de zoon van de dochter of de zoon van een grootouder. [basiswoordenlijst groep 4]
- mannelijk kleinkind Jaar van herkomst: 1661 (WNT )
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op kleinzoon:
•
achterkleinzoonHerkomst volgens etymologiebank.nl
kleinzoon (mannelijk kleinkind)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de kleinzoon' of 'het kleinzoon'?
Het is 'de kleinzoon', want kleinzoon is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die kleinzoon'.
Wat betekent kleinzoon?
'een zoon van iemands kind, een mannelijk kleinkind'
Hoe spel je kleinzoon?
kleinzoon spel je K L E I N Z O O N Op andere websites
Zoek
kleinzoon op Woordenlijst.org
Zoek
kleinzoon op Google
Zoek
kleinzoon op Wikipedia