het kleinkind

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈklɛinkɪnt]
Afbreekpatroon:	klein·kind
Verbuigingen:	kleinkinderen (meerv.)

kind van je zoon of dochter

kindskind   

• • [familie] het kind van iemands kind.
• zoon of dochter van je kind vb: binnenkort krijgen Coby en Jasper hun eerste kleinkind
• 1) Jong familielid 2) Nakomeling 3) Nabestaande 4) Zoonskind 5) Familielid 6) Kindskind 7) Kind van eigen zoon of dochter 8) Dochters zoon 9) Dochterszoon
• Een 'kleinkind' is de sekseneutrale benaming voor een kind van een kind. Een mannelijk kleinkind wordt 'kleinzoon' genoemd, een vrouwelijk een 'kleindochter'.
• Een kleinkind is het kind van de dochter of de zoon van een grootouder. [basiswoordenlijst groep 4]

Toon uitgebreidere definities

• achterkleinkind

kleinkind

Is het 'de kleinkind' of 'het kleinkind'?

Het is 'het kleinkind', want kleinkind is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat kleinkind'.

Wat is het meervoud van kleinkind?

Het meervoud van kleinkind is 'kleinkinderen'. Eén kleinkind, twee kleinkinderen.

Wat betekent kleinkind?

'kind van je zoon of dochter'

Hoe spel je kleinkind?

kleinkind spel je K L E I N K I N D

Wat is een ander woord voor kleinkind?

Een ander woord kleinkind is kindskind.

Zoek kleinkind op Woordenlijst.org
Zoek kleinkind op Google
Zoek kleinkind op Wikipedia