de kleinigheid

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ˈklɛinəxhɛit]
Afbreekpatroon:	klei·nig·heid
Verbuigingen:	kleinigheden (meerv.)

1) klein cadeautje

Voorbeeld:

`Ik heb een kleinigheid voor je meegebracht.`

2) klein geldbedrag

Voorbeeld:

`de bedelaar een kleinigheid geven`

3) iets dat niet belangrijk is

Voorbeeld:	`Maak er geen probleem van, het is maar een kleinigheid.`
Synoniem:	futiliteit

aardigheidje   akkefietje   bagatel   beetje   bijna niets   detail   dingetje   futiliteit   klein cadeautje   niemendalletje   peulenschil   snuisterij   wissewasje   

• iets onbelangrijks vb: over zulke kleinigheden maak ik me niet druk een kleinigheidje [een klein cadeau]
• 1) Uppie 2) Nesterij 3) Iets onbelangrijks 4) Haar 5) Aardigheidje 6) Pik 7) Klein, onbetekenend iets 8) Pietsje 9) Snars 10) Snuisterij 11) Bagatel 12) Schimmetje 13) Dingetje 14) Wissewasje 15) Futiliteit 16) Futiel aspect 17) Frutje 18) Fractie 19) Tikkel 20) Gering bedrag 21) Gries 22) Griezel 23) Geringe...

Toon uitgebreidere definities

kleinigheid

Schrijf je futiliteit met ei of ij? Zie futiliteit / futilitijt

Is het 'de kleinigheid' of 'het kleinigheid'?

Het is 'de kleinigheid', want kleinigheid is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die kleinigheid'.

Wat is het meervoud van kleinigheid?

Het meervoud van kleinigheid is 'kleinigheden'. Eén kleinigheid, twee kleinigheden.

Wat betekent kleinigheid?

'klein cadeautje' en 'klein geldbedrag' en 'iets dat niet belangrijk is'

Hoe spel je kleinigheid?

kleinigheid spel je K L E I N I G H E I D

Wat is een ander woord voor kleinigheid?

Andere woorden voor kleinigheid zijn aardigheidje, akkefietje, bagatel, beetje, bijna niets, detail, dingetje, futiliteit, klein cadeautje, niemendalletje, peulenschil, snuisterij en wissewasje.

Zoek kleinigheid op Woordenlijst.org
Zoek kleinigheid op Google
Zoek kleinigheid op Wikipedia