de kleinhandelaar

zelfst.naamw. (m.)
Verbuigingen:  kleinhandelaren
kleinhandelaars
Verbuigingen:  kleinhandelaartje

1) een handelaar die zijn producten aan consumenten verkoopt.

2) een bedrijf dat zich richt op de verkoop van producten aan consumenten.


Bron: WikiWoordenboek.

Synoniemen
detailhandelaar   detaillist   middenstan   middenstander   

2 definities op Encyclo
  • 1) Zakenman 2) Hoetelaar 3) Detailhandelaar 4) Detaillist 5) Winkelier 6) Neringdoende
  • iemand die voor zijn beroep waren in kleine hoeveelheden of aantallen direct verkoopt aan particuliere verbruikers; detailhandelaar; ook: het beroep van kleinhandelaar bedrijf dat zich toelegt op de kleinhandel; kleinhandelsbedrijf
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de kleinhandelaar' of 'het kleinhandelaar'?
Het is 'de kleinhandelaar', want kleinhandelaar is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die kleinhandelaar'.
Wat betekent kleinhandelaar?
'een handelaar die zijn producten aan consumenten verkoopt.' en 'een bedrijf dat zich richt op de verkoop van producten aan consumenten.'
Hoe spel je kleinhandelaar?
kleinhandelaar spel je K L E I N H A N D E L A A R
Wat is een ander woord voor kleinhandelaar?
Andere woorden voor kleinhandelaar zijn detailhandelaar, detaillist, middenstan en middenstander.

Op andere websites
Zoek kleinhandelaar op Woordenlijst.org
Zoek kleinhandelaar op Google
Zoek kleinhandelaar op Wikipedia