• wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd (=je moet waardering hebben voor het geringe) • uit de kleine kinderen zijn (=geen kleine kinderen meer hoeven opvoeden) • met het kleine begint men bij het grote houdt men op (=van de kleine misdaad komt men vanzelf in de grote misdadigheid terecht) • kleine vossen bederven de wijngaard (=kleine fouten kunnen zorgen voor grote problemen in het geheel) • kleine potjes lopen gauw over. (=kleingeestige mensen zijn snel kwaad.) Toon alle 16 spreekwoorden die kleine bevatten
2 definities op Encyclo
•verbogen vorm van de stellende trap van klein. (+audio)
1) Zeer jong kind 2) Nederlandse schaatser 3) Nederlandse schaatsenrijder 4) Baby 5) Kind 6) Klein mens 7) Klein jongetje of meisje 8) Jong kind 9) Jonge