klauteren

werkw.

Uitspraak:	[ˈklɑutərə(n)]
Afbreekpatroon:	klau·te·ren
Vervoegingen:	klauterde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft, is geklauterd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met inspanning klimmen

Voorbeelden:

`Hij is in de boom geklauterd.`, `Het is haar gelukt uit het sociale dal te klauteren.`

klimmen   

• •klimmen, zich verticaal verplaatsen met behulp van alle vier de ledematen.
• op handen en voeten naar beneden of naar boven gaan vb: we klauterden tegen de berg op Synoniem: klimmen
• 1) Klabasteren 2) Klaveren 3) Klefferen 4) Klimmen 5) Heisteren 6) Met moeite klimmen
• Klauteren betekent met inspanning klimmen. Vaak op handen en voeten. [basiswoordenlijst groep 3]
• klimmen Jaar van herkomst: 1562 (WNT opklauteren )

Toon uitgebreidere definities

klauteren (moeizaam klimmen)

Wat is de verleden tijd van klauteren?

De verleden tijd van klauteren is 'klauterde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is geklauterd'.

Wat betekent klauteren?

'met inspanning klimmen'

Hoe spel je klauteren?

klauteren spel je K L A U T E R E N

Wat is een ander woord voor klauteren?

Een ander woord klauteren is klimmen.

Zoek klauteren op Woordenlijst.org
Zoek klauteren op Google
Zoek klauteren op Wikipedia