klappen

werkw.
Uitspraak:  [ˈklɑpə(n)]
Afbreekpatroon:  klap·pen
Vervoegingen:  klapte (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) met de handen op elkaar slaan
Vervoegingen:  heeft geklapt (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `Na de mooie uitvoering begon het publiek enthousiast te klappen.`,
`Na de pauze klapte de docente in haar handen om iedereen weer naar de les te krijgen.`
Synoniem:  applaudisseren

2) met een klap (1) kapotgaan
Vervoegingen:  is geklapt (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `De auto staat met een geklapte band langs de weg.`,
`klapband`

3) met een klap (1) vallen of tegen iets aan komen
Vervoegingen:  is geklapt (volt.deelw.)
Voorbeeld:  `Zij viel van de fiets en klapte tegen de grond.`
het klappen van de zweep kennen  (veel ervaring hebben)

Zie ook:  klap


Synoniemen
applaudiseren   applaudisseren   applaus   babbelen   exploderen   handgeklap   handtastelijkheden   kakelen   klakken   kletsen   kletteren   klikken   knallen   kwebbelen   kwekken   kwetteren   ontploffen   opdonders   ovatie   praten   ransel   smakken   snateren   spreken   springen   vuistslagen   wauwelen   zwammen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• uit de school klappen (=iets vertellen wat men niet mag zeggen)
• het klappen van de zweep kennen (=precies weten hoe het eraan toegaat, ervaren zijn)
• een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep (=iemand die oud is vindt het fijn te praten over dingen van vroeger)
• een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakmanschap)
Naar de spreekwoorden

Intensiveringen
Hoe kun je klappen krachtiger uitdrukken?
rake klappen;

11 definities op Encyclo
  • druk babbelen, praten - Voorbeeld: Anderen stonden luid te klappen
  • 'Klappen' is geluid maken door beide handen met kracht tegen elkaar te slaan, doorgaans met een communicatief oogmerk. De bekendste vorm van klappen is het applaus: een manier om waardering te tonen voor een prestatie.
  • [slang] batten; klappen; pukul; stoeken; thopen = slaan
  • •als vertoon van bijval, dank of bewondering de open handen ineenslaan. •plotseling een luid geluid voortbrengen.
  • een aantal keren je handen tegen elkaar slaan uit bewondering voor iets vb: na afloop hebben we voor hem geklapt Synoniem: applaudisseren
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op klappen:
dichtklappeninklappenopklappenuitklappenverklappenomhoogklappen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
klappen (een ploffend geluid geven; babbelen, kletsen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent klappen?
'met de handen op elkaar slaan' en 'met een klap kapotgaan' en 'met een klap vallen of tegen iets aan komen'
Hoe spel je klappen?
klappen spel je K L A P P E N
Wat is een ander woord voor klappen?
Andere woorden voor klappen zijn applaudiseren, applaudisseren, applaus, babbelen, exploderen, handgeklap, handtastelijkheden, kakelen, klakken, kletsen, kletteren, klikken, knallen, kwebbelen, kwekken, kwetteren, ontploffen, opdonders, ovatie, praten, ransel, smakken, snateren, spreken, springen, vuistslagen, wauwelen en zwammen.

Op andere websites
Zoek klappen op Woordenlijst.org
Zoek klappen op Google
Zoek klappen op Wikipedia