klaar

bijv.naamw.

Uitspraak:

[klar]

1) als je niets meer hoeft te doen (voor of aan iets)

Voorbeelden:	`klaar zijn met je werk`, `Ben je klaar om mee te gaan?`
Synoniemen:	gereed, af
Klaar is Kees.	(<dat zeg je tevreden als je klaar bent met iets>)

2) duidelijk

Voorbeeld:	`klare taal spreken`
zo klaar als een klontje	(heel duidelijk)

af   afgedaan   afgelopen   beëindigd   duidelijk   gedaan   geëindigd   gepleegd   gereed   helder   onbewolkt   over   paraat   uit   vaardig   verricht   volbracht   voltooid   voorbij   

• zo klaar als een klontje voor iemand zijn (=het helemaal begrijpen)
• van zessen klaar (=erg handig zijn en van aanpakken weten)
• spreek wat waar is, drink wat klaar is, eet wat gaar is. (=wees bescheiden en dankbaar voor wat je hebt)
• klaar is kees (=het werk is klaar)
• klaar als de dag. (=overduidelijk)
Toon alle 6 spreekwoorden die klaar bevatten

Hoe kun je met klaar een ander begrip versterken?
klaarwakker
Hoe kun je klaar krachtiger uitdrukken?
klaar als pompwater; klaar als bronwater; klaar als de dag; klaar als de zon; klaar als een klontje; klaar als glas; zonneklaar;

• 1.helder Voorbeeld: 't Was enig, doods dat wit veld onder die klare hemel
• •in gereedheid gebracht, gereed. •helder, duidelijk.
• er hoeft niets meer aan gedaan te worden vb: al het werk is klaar klaar is Kees [het is af] is het nu klaar? [wil je er nu mee stoppen?] ik ben nog niet klaar met je [je bent nog niet van me af] klaar ben je! [het is wat moois!] daar ben ik mooi klaar mee [daar zit ik lelijk mee te kijken] van zessen klaar zi...
• Let op: Spelling van 1858 scheepsterm, gereed of in goeden staat beteekenende
• 1) Doorschijnend 2) Glashelder 3) Lichtend 4) Licht 5) Sereen 6) Puur 7) Niet troebel 8) Patent 9) Verricht 10) Uit 11) Apert 12) Willende doen 13) Paraat 14) Niet schimmig 15) Zichtbaar 16) Ziezo 17) Beëindigd 18) Zuiver 19) Voorbij 20) Voorbereid 21) Voltooid 22) Vaardig 23) Glanzend 24) Aanvaardbaar

Toon uitgebreidere definities

• klaar is Kees• klaar-over• klaarblijkelijk• klaarblijkelijkheid• klaarheid• klaarkomen• klaarleggen• klaarlicht• klaarliggen• klaarmaken• klaarspelen• klaarstaan• klaarstomen• klaarte• klaarwakker• klaarzetten• klaarzitten

• gebruiksklaar• kant-en-klaar• onklaar• pasklaar• zonneklaar• zeilklaar• startklaar• speelklaar• scanklaar• rijklaar• persklaar• panklaar• klip-en-klaar• klinkklaar• hapklaar• gevechtsklaar• drukklaar• bouwklaar• bedrijfsklaar

klaar (zuiver, helder; begrijpelijk; gereed)

1. Waar komt kant-en-klaar vandaan? Zie Kant-en-klaar
2. Waar komt `Klaar is Kees` vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Klaar is Kees

Wat betekent klaar?

'als je niets meer hoeft te doen (voor of aan iets)' en 'duidelijk'

Hoe spel je klaar?

klaar spel je K L A A R

Wat is een ander woord voor klaar?

Andere woorden voor klaar zijn af, afgedaan, afgelopen, beëindigd, duidelijk, gedaan, geëindigd, gepleegd, gereed, helder, onbewolkt, over, paraat, uit, vaardig, verricht, volbracht, voltooid en voorbij.

Zoek klaar op Woordenlijst.org
Zoek klaar op Google
Zoek klaar op Wikipedia