de kiekendief

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['kikə(n)dif]
Afbreekpatroon:	kie·ken·dief
Verbuigingen:	kiekendieven (meerv.)

inheemse roofvogel die op de grond broedt

• • [dierkunde] valkachtige vogel waarmee in Nederland en Vlaanderen meestal de blauwe "Circus cyaneus" bedoeld wordt.
• grote vogel die kuikens rooft vb: er vloog een kiekendief boven ons hoofd
• 1) Stootvogel 2) Vogel 3) Sint-Maartensvogel 4) Blauwvalk 5) Klamper 6) Klem 7) Dagactieve roofvogel 8) Kuikendief 9) Dagroofvogel 10) Roofvogel 11) Hoenderdood 12) Rietwouw 13) Hanenbijter 14) Koop 15) Valkachtige vogel 16) Roofdier
• op de grond broedende, slank gebouwde dagroofvogel met een veelal bruin of grijsblauw verenkleed die vaak in veengebied, moerassen en heidegebied leeft Men onderscheidt in onze streken als broedvogel vooral de bruine kiekendief , de blauwe kiekendief en de grauwe kiekendief .
• roofvogel

Toon uitgebreidere definities

kiekendief (roofvogel van het geslacht Circus)

Is het 'de kiekendief' of 'het kiekendief'?

Het is 'de kiekendief', want kiekendief is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die kiekendief'.

Wat is het meervoud van kiekendief?

Het meervoud van kiekendief is 'kiekendieven'. Eén kiekendief, twee kiekendieven.

Wat betekent kiekendief?

'inheemse roofvogel die op de grond broedt'

Hoe spel je kiekendief?

kiekendief spel je K I E K E N D I E F

Zoek kiekendief op Woordenlijst.org
Zoek kiekendief op Google
Zoek kiekendief op Wikipedia