de kerstvakantie

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	['kɛrstfakɑn(t)si]
Afbreekpatroon:	kerst·va·kan·tie
Verbuigingen:	kerstvakanties (meerv.)

vakantie van kerst tot Nieuwjaar

Voorbeelden:

`twee weken kerstvakantie`, `in de kerstvakantie naar de wintersport`

• 1) Winterverlof 2) Wintervakantie 3) Vrije periode met kerst
• De 'kerstvakantie', ook wel 'wintervakantie', is een schoolvakantie aan het einde van het jaar. Gebruikelijk is dat scholen voor lager en voortgezet onderwijs in Nederland en België de leerlingen twee weken vrijaf geven: de week waarin Kerstmis valt en de week van de jaarwisseling met oudejaarsdag.
• De kerstvakantie is een vakantie die ongeveer loopt van Kerst tot in de eerste week in het Nieuwjaar . [basiswoordenlijst groep 3]
• In Nederland stelt de minister van OCW de data voor de zomervakanties vast. De overige vakanties zoals de herfst-, kerst-, voorjaars- en meivakantie mogen de scholen zelf bepalen. Goedkeuring of toestemming van de minister is daarvoor niet nodig. De minister geeft wel een advies over de data van deze kleine v...

Toon uitgebreidere definities

Schrijf je samenstellingen met namen van feestdagen en andere bijzondere dagen klein, of met een hoofdletter? Zie kerstboom / Kerstboom

Is het 'de kerstvakantie' of 'het kerstvakantie'?

Het is 'de kerstvakantie', want kerstvakantie is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die kerstvakantie'.

Wat is het meervoud van kerstvakantie?

Het meervoud van kerstvakantie is 'kerstvakanties'. Eén kerstvakantie, twee kerstvakanties.

Wat betekent kerstvakantie?

'vakantie van kerst tot Nieuwjaar'

Hoe spel je kerstvakantie?

kerstvakantie spel je K E R S T V A K A N T I E

Zoek kerstvakantie op Woordenlijst.org
Zoek kerstvakantie op Google
Zoek kerstvakantie op Wikipedia