keilen

werkw.
Uitspraak:  ['kɛilə(n)]
Afbreekpatroon:  kei·len
Vervoegingen:  keilde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gekeild (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

gooien informeel
Voorbeeld:  `een stoel uit het raam keilen`

Zie ook:  keil


Synoniemen
gooien   smijten   

6 definities op Encyclo
  • (Amsterdams) drinken
  • Let op: Spelling van 1858 met platte, ronde steentjes werpen
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] het werpen met platte steentjes over de oppervlakte van het water, zoodat ze enige malen opspringen, ook kiskassen en scheren geheten. Reeds bij de Romeinen bekend (jaculatio testarum), en nog een geliefkoosd vermaak onzer jongens.
  • [Bargoens, boeventaal] gooien. Hij keilde hem over de straat.
  • 1) Kieperen 2) Kiskassen 3) Hard gooien 4) Smijten 5) Smijten (volkstaal) 6) Werpen 7) Gooien (volkstaal) 8) Krachtig gooien 9) Gooien 10) Met kracht gooien 11) Flikkeren 12) Met geweld gooien 13) Zuipen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op keilen:
wegkeilen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
keilen (langs het wateroppervlak werpen)

Taaladvies
Schrijf je keilen (= gooien) met ei of ij? Zie keilen / kijlen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van keilen?
De verleden tijd van keilen is 'keilde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gekeild'.
Wat betekent keilen?
'gooien'
Hoe spel je keilen?
keilen spel je K E I L E N
Wat is een ander woord voor keilen?
Andere woorden voor keilen zijn gooien en smijten.

Op andere websites
Zoek keilen op Woordenlijst.org
Zoek keilen op Google
Zoek keilen op Wikipedia