karig

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ˈkarəx]
Afbreekpatroon:	ka·rig

als iets te klein of te weinig is

Voorbeelden:	`een karig maal`, `een karig bod`, `een karig belegde boterham verdienen`
Synoniem:	aan de zuinige kant

aan de zuinige kant   armzalig   berooid   gierig   krap   mager   magertjes   niet overvloedig   pover   schamel   schraal   copieus (antoniem)   overvloedig (antoniem)   

• wat niet veel voorstelt, onbeduidend vb: het huis was karig ingericht Synoniemen: armzalig schamel niet al te veel, aan de zuinige kant vb: we kregen een karig maal voorgezet karig met zijn woorden zijn [niet veel zeggen]
• 1) Frugaal 2) Stiefmoederlijk 3) Eenvoudig 4) Arm 5) Armzalig 6) Niet weelderig 7) Mager 8) Mager in kwantiteit 9) Zeer zuinig 10) Magertjes 11) Matig 12) Luttel 13) Nietig 14) Minnetjes 15) Gierig 16) Armoedig 17) Niet rijk 18) Niet overvloedig 19) Kaal 20) Niet gul 21) Deuntjes 22) Spaarzaam 23) Krenterig
• schraal, gierig
• schraal, gierig Jaar van herkomst: 1477 (Teuth. )

Toon uitgebreidere definities

• karigheid

karig (zuinig; schaars)

Wat betekent karig?

'als iets te klein of te weinig is'

Hoe spel je karig?

karig spel je K A R I G

Wat is een ander woord voor karig?

Andere woorden voor karig zijn aan de zuinige kant, armzalig, berooid, gierig, krap, mager, magertjes, niet overvloedig, pover, schamel en schraal.

Wat is het tegenovergestelde van karig?

Antoniemen van karig zijn copieus en overvloedig.

Zoek karig op Woordenlijst.org
Zoek karig op Google
Zoek karig op Wikipedia