kappen

werkw.

Uitspraak:	['kɑpə(n)]
Afbreekpatroon:	kap·pen
Vervoegingen:	kapte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gekapt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (een boom) onderaan met een bijl hakken tot die omvalt

Voorbeeld:	`een protest tegen het kappen van het bos voor een nieuw vliegveld`
Synoniem:	omhakken

2) (iemand) zijn of haar hoofdhaar knippen en in model brengen

Voorbeeld:

`gekapt volgens de mode van de jaren 60`

Zie ook:

kap

afhaken   bomen kappen   coifferen   eindigen   hakken   houwen   knippen   nokken   omhakken   ophouden   staken   uitscheiden   vellen   

• het zijn niet allen monniken die kappen dragen (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
• gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behandeling)
Naar de spreekwoorden

• Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 d' hop kappen: ze met een braak of bouenaa afkappen om het onkruid te vernietigen.
• Amsterdams woord voor ergens mee ophouden
• gekapt hakken.
• (Amsterdams) ophouden
• [I] haar opmaken [II] hakken

Toon uitgebreidere definities

• kappen met

• afkappen• overkappen• omkappen• bekappen

1. kappen (haar opmaken)
2. kappen (hakken)
3. kappen (spreken)

Wat is de verleden tijd van kappen?

De verleden tijd van kappen is 'kapte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gekapt'.

Wat betekent kappen?

'(een boom) onderaan met een bijl hakken tot die omvalt' en '(iemand) zijn of haar hoofdhaar knippen en in model brengen'

Hoe spel je kappen?

kappen spel je K A P P E N

Wat is een ander woord voor kappen?

Andere woorden voor kappen zijn afhaken, bomen kappen, coifferen, eindigen, hakken, houwen, knippen, nokken, omhakken, ophouden, staken, uitscheiden en vellen.

Zoek kappen op Woordenlijst.org
Zoek kappen op Google
Zoek kappen op Wikipedia