kapotmaken

werkw.
Uitspraak:  [ka'pɔtmakə(n)]
Afbreekpatroon:  ka·pot·ma·ken
Vervoegingen:  maakte kapot (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft kapotgemaakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

ervoor zorgen dat iets kapot gaat
Voorbeelden:  `speelgoed van een ander kind kapotmaken`,
`Voor relatiebemiddeling is het te laat; er is teveel kapotgemaakt in hun relatie.`


Synoniemen
moeren   mollen   nekken   vernielen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Mollen 2) Moeren 3) Stukbreken 4) Stukmaken 5) Nekken 6) Vernielen 7) Vernietigen 8) Beschadigen
Toon uitgebreidere definities

Taaladvies
  1. Schrijf je deze combinatie van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord losofaaneen? Zie kapotmaken / kapot maken
  2. Wat is een samengesteld werkwoord? Zie Samengesteld werkwoord


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van kapotmaken?
De verleden tijd van kapotmaken is 'maakte kapot'. Het voltooid deelwoord is 'heeft kapotgemaakt'.
Wat betekent kapotmaken?
'ervoor zorgen dat iets kapot gaat'
Hoe spel je kapotmaken?
kapotmaken spel je K A P O T M A K E N
Wat is een ander woord voor kapotmaken?
Andere woorden voor kapotmaken zijn moeren, mollen, nekken en vernielen.

Op andere websites
Zoek kapotmaken op Woordenlijst.org
Zoek kapotmaken op Google
Zoek kapotmaken op Wikipedia