de kanjer

zelfst.naamw. (m.)

1) iemand die iets heel goed kan of heel aantrekkelijk is

Voorbeelden:	`Hij is een kanjer in het opvoeren van scooters.`, `Hij heeft twee kanjers van dochters.`
Synoniem:	uitblinker

2) iets dat voor zijn soort heel groot is

Voorbeeld:	`De viswinkel heeft een kanjer van een zalm in de etalage.`
Synoniemen:	knaap, joekel

Synoniemen

Intensiveringen

Hoe kun je met kanjer een ander begrip versterken?
een kanjer van een;

7 definities op Encyclo

Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 groote steen, fr. cagnard: luilak, leeglooper. Hieruit zou zich de beteekenis van: een heer, een Piet, een groote Hans ontwikkeld hebben.
[I] iets dat groot is [II] voortreffelijk persoon
man of vrouw met mooi lichaam vb: mijn zoon is een echte kanjer! Synoniemen: stuk spetter iets wat heel groot is vb: hij heeft een kanjer van een auto Synoniem: knaap iemand die heel goed is in zijn vak vb: in de keuken is hij echt een kanjer
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens), stevig, brutaal wijf.
1) Kieper 2) Stoer persoon 3) Iets groots in zijn soort 4) Iets groots 5) Iets groot in zijn soort 6) Iets dat groot is 7) Klauwer 8) Kanis 9) Harde schop 10) Stoot 11) Stuk 12) Stuk van een knots 13) Loei 14) Loeier 15) Uitmuntend iemand 16) Grote vis 17) Bikkel 18) Kolos 19) Kokkerd 20) Kokker 21) Spetter

Deze woorden beginnen met kanjer:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de kanjer', want kanjer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die kanjer'.

Het meervoud van kanjer is 'kanjers'. Eén kanjer, twee kanjers.

'iemand die iets heel goed kan of heel aantrekkelijk is' en 'iets dat voor zijn soort heel groot is'

kanjer spel je K A N J E R

Andere woorden voor kanjer zijn gevaarte, joek, joekel, knaap, knoepert, knoert, kokker, kokkerd, loei, spetter, stuk, topper en uitblinker.

Op andere websites

Recentelijk gezocht