de kan

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[kɑn]
Verbuigingen:	kannen (meerv.)

voorwerp om vloeistof uit te schenken

Voorbeelden:	`bij het eten een kan water op tafel zetten`, `koffiekan`
Alles is in kannen en kruiken.	(alles is geregeld)
Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het lid op de neus.	(als je te veel wilt, gaat het mis)

karaf   schenkkan   

• zo ziet men weer hoe een dubbeltje rollen kan (=zo zie je maar hoe het kan gaan)
• wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
• wie tot een penning geboren is kan tot geen stuiver komen (=wat het lot voor je in petto heeft kan je niet ontlopen)
• wie hoog klimt kan laag vallen (=belangrijke zaken snel kwijt raken door kleine dingen)
• wie het onderste uit de kan wil hebben die valt het lid op de neus (=wie altijd het uiterste wil, krijgt uiteindelijk niets)
Toon alle 74 spreekwoorden die kan bevatten

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Kan``] Zie Maten
• [I] inhoudsmaat voor natte stoffen [II] pot
• • [f] : stuk servies om vloeistoffen mee te schenken. • [m] : Tataarse vorst. •1e en 3e peroon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd van kunnen
• grote beker om vloeistoffen uit te schenken vb: hij kwam met een kan melk en schonk onze glazen vol alles was in kannen en kruiken [klaar, geregeld] altijd het onderste uit de kan willen hebben [het meeste willen van allemaal] wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op zijn neus [waarschuwin...
• Let op: Spelling van 1858 eene maat voor natte waren, van zeer verschillende grootte. De Nederlandsche kan (de liter in het metriek stelsel), echter heeft een cubieke Nederlandsche palm inhoud

Toon uitgebreidere definities

• kanaal• kanaalarm• kanaalharing• kanaalkiezer• kanaallijn• kanaalmanager• kanaalpeil• kanaalpoging• kanaalscheiding• kanaaltunnel• kanaalverbinding• kanaalwater• kanaalzwemmen• Kanaalzwemmer• kanaat• Kanakanabu• kanalisatie• kanaliseren• kanalisering• kanarie
• Toon alle woorden die beginnen met kan

• toekan• zalmkan• wijnkan• waterkan• waskan• tuitkan• thermoskan• steekan• schenkkan• oliekan• melkkan• maatkan• lampetkan• koffiekan• koelkan• jakobakan• isoleerkan• flapkan• bierkan• astrakan
• Toon alle woorden die eindigen op kan

1. kan (oosterse titel)
2. kan (pot)

Wat is goed: `Je kunt je nu inschrijven` of `Je kan je nu inschrijven`? Zie Je kunt / je kan

Is het 'de kan' of 'het kan'?

Het is 'de kan', want kan is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die kan'.

Wat is het meervoud van kan?

Het meervoud van kan is 'kannen'. Eén kan, twee kannen.

Wat betekent kan?

'voorwerp om vloeistof uit te schenken'

Hoe spel je kan?

kan spel je K A N

Wat is een ander woord voor kan?

Andere woorden voor kan zijn karaf en schenkkan.

Zoek kan op Woordenlijst.org
Zoek kan op Google
Zoek kan op Wikipedia