kalibreren

werkw.

Uitspraak:	[kali'brerə(n)]
Afbreekpatroon:	ka·li·bre·ren
Vervoegingen:	kalibreerde (verl.tijd )
Vervoegingen:	heeft gekalibreerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

de nauwkeurigheid (van meetinstrumenten) bepalen aan de hand van een standaard

Voorbeelden:

`een gekalibreerde broedthermometer`, `na het kalibreren kun je een meetinstrument justeren`

• 'Kalibreren' is het vergelijken van een systeem of apparaat met een standaard om de eigenschappen vast te stellen. Het af- of instellen om het in overeenstemming te brengen met de specificatie wordt justeren genoemd.
• (Het afstellen van printer en computerbeeldscherm zodat de afgebeelde en afgedrukte foto?s zoveel mogelijk de realiteit en elkaar correct weergeven.)
• 1) Naar grootte sorteren 2) Een schaalverdeling ijken
• Het bepalen van de afwijking van een meetinstrument, sensor, referentie of anderszins ten opzichte van een relevante standaard.
• het kaliber vaststellen Jaar van herkomst: 1872 (GVD )

Toon uitgebreidere definities

kalibreren (van een maatverdeling voorzien, ijken)

Wat is de verleden tijd van kalibreren?

De verleden tijd van kalibreren is 'kalibreerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gekalibreerd'.

Wat betekent kalibreren?

'de nauwkeurigheid (van meetinstrumenten) bepalen aan de hand van een standaard'

Hoe spel je kalibreren?

kalibreren spel je K A L I B R E R E N

Zoek kalibreren op Woordenlijst.org
Zoek kalibreren op Google
Zoek kalibreren op Wikipedia