(1) Schipper. (2) Platbodem van de Noordduitse rivieren, gebruikt als vrachtschuit.
Let op: Spelling van 1858 het vliezige overblijfsel van uitgesmolten vet. Kaankoek
1) Kaam 2) Kim 3) Kaai 4) Platvis 5) Vaartuig 6) Vrachtschip 7) Vrachtschip binnenvaart 8) Vrachtschuit 9) Plat schip 10) Buitenkansje 11) Gebraden vet 12) Gebakken stukje vet 13) Gebakken spek 14) Reuzel 15) Restant van uitgebraden vet 16) Griet 17) Bootje 18) Boot 19) Boerenkaas 20) Schimmelvlies op drank
1> verbastering van Keen. (zie ook bij 3) 2> door sommigen gebruikt voor de grote sleepschepen, meestal sleepkasten, die de Rijn bevoeren. N.B.: het Duitse woord kahn kan vergeleken worden met onze woorden boot en Aak en zoals deze in het Nederlands te pas en te onpas gebruikt worden, zo gebeurt dat ook in Du...
bootje - Jaar van herkomst: 1599 (Kil. ) stukje uitgebraden spek - Jaar van herkomst: 1305-1370 (MNW )