jongleren

werkw.

Uitspraak:	[jɔŋˈlerə(n)]
Afbreekpatroon:	jong·le·ren
Vervoegingen:	jongleerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gejongleerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met grote vaardigheid ballen en andere voorwerpen in de lucht gooien en weer opvangen

Voorbeeld:

`De clowns jongleerden met brandende fakkels.`

3 definities op Encyclo

'Jongleren' bestaat uit een aantal vaardigheden waarmee objecten gegooid en opgevangen, of in de lucht gehouden worden. Jongleren wordt door amateurs en professionals beoefend.
1) Circusact 2) Jongleurskunsten vertonen 3) Equilibreren
Jongleren is als amusement handigheden uitvoeren met ballen, ringen en andere kleine voorwerpen. [basiswoordenlijst groep 6]

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van jongleren is 'jongleerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gejongleerd'.

'met grote vaardigheid ballen en andere voorwerpen in de lucht gooien en weer opvangen'

jongleren spel je J O N G L E R E N

Op andere websites

Recentelijk gezocht