jeuken

werkw.

Uitspraak:	['jøkə(n)]
Afbreekpatroon:	jeu·ken
Vervoegingen:	jeukte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gejeukt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een gevoel van jeuk geven

Voorbeelden:	`last hebben van jeukende ogen`, `een jeukende muggenbeet`
Mijn handen/vingers jeuken om ...	(... ik wil graag) `Mijn handen jeuken om met dit interessante project te beginnen.`

Zie ook:

jeuk

kriebelen   

• mijn vingers jeuken (=ik heb zin om eraan te beginnen)
• je handen jeuken (=er erg veel zin in hebben te beginnen)
• de vingers jeuken hem (=het bijna niet kunnen laten er op los te slaan)
Naar de spreekwoorden

• • [inerg] een onaangenaam gevoel op de huid veroorzaken.
• een vervelend kriebelend gevoel geven vb: deze wollen trui jeukt een beetje
• 1) Krieuwelen 2) Schobben 3) Kittelen 4) Kriebelen 5) Mieren 6) Wriemelen
• een hevig kriebelend gevoel geven, waardoor de haast onbedwingbare neiging ontstaat te krabben, schuren of schurken In het zinsverband vaak gecombineerd met de werkwoorden beginnen en gaan . als gevolg van seksuele opwinding een op jeuken lijkend gevoel geven een onaangenaam, pijnlijke gevoel geven; een onaan...
• kriebelen; tintelen

Toon uitgebreidere definities

jeuken (een kriebelend gevoel geven)

Wat is de verleden tijd van jeuken?

De verleden tijd van jeuken is 'jeukte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gejeukt'.

Wat betekent jeuken?

'een gevoel van jeuk geven'

Hoe spel je jeuken?

jeuken spel je J E U K E N

Wat is een ander woord voor jeuken?

Een ander woord jeuken is kriebelen.

Zoek jeuken op Woordenlijst.org
Zoek jeuken op Google
Zoek jeuken op Wikipedia