[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Frans, Muziek), bij het orgel zoveel als register: jeu à bouche, mondwerk; jeu à anches, tongwerk; grand jeu, plein jeu, het volle werk.
1) Bekoorlijk (van een zaak) 2) Bekoorlijkheid (van een zaak) 3) Bekoorlijkheid 4) Kleurigheid 5) Fleur 6) Luister 7) Spel (Frans) 8) Wat kleur geeft aan een zaak 9) Iets dat kleur geeft aan de zaak 10) Iets dat kleur geeft aan een zaak 11) Zwier 12) Variatie 13) Aardigheid 14) Opschik 15) Spel 16) Geurigheid...