isoleren

werkw.

Uitspraak:	[izoˈlerə(n)]
Afbreekpatroon:	iso·le·ren
Vervoegingen:	isoleerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geïsoleerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) materiaal zo aanbrengen dat kou, warmte of geluid minder goed naar binnen of naar buiten kunnen

Voorbeeld:

`je huis isoleren om energie te besparen`

2) zorgen dat (iets of iemand) geen of heel weinig contact heeft met anderen

Voorbeeld:

`een patiënt isoleren omdat hij een gevaarlijke besmettelijke ziekte heeft`

afscheiden   afschermen   afsluiten   afsplitsen   afzijdig stellen   afzonderen   apart zetten   gevangen zetten   interneren   koudebestendig maken   opsluiten   

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Isoleren``] der leidraden. Zie Ontstekingsmiddelen
• •afsluiten van alle toegang. • [scheikunde] een bepaalde stof in zuivere vorm in handen zien te krijgen door deze te scheiden van alle andere stoffen in een mengsel. •elektrisch contact onmogelijk maken. •warmteuitwisseling voorkomen of verminderen.
• iemand of iets apart houden vb: dat eiland is erg geïsoleerd Synoniem: afzonderen het bedekken zodat er geen warmte, kou, geluid etc. door kan vb: zijn de muren van dit huis wel geïsoleerd?
• Def.: inrichtingsprincipe gericht op het realiseren van een goede waterkwaliteit met als karakteristiek dat gebieden met een bijzondere (positieve of negatieve) waterkwaliteit geheel van hun omgeving worden afgezonderd.
• 1) Niet geleidend maken 2) Interneren 3) Niet-geleidend maken 4) Geluidwerend maken 5) Geleiding tegengaan 6) Apart zetten 7) Afsluiten 8) Afsplitsen 9) Koudebestendig maken 10) Afscheiden 11) Afschermen 12) Afzonderen 13) Opsluiten 14) Totaal afzonderen

Toon uitgebreidere definities

• isolerend

isoleren (afzonderen)

1. Wat is juist: eensteensmuur of éénstéénsmuur? Zie eensteensmuur / éénstéénsmuur
2. Schrijf je kozijn met ei of ij? Zie kozijn / kozein
3. Is kunststoffen juist in kunststoffen kozijnen? Zie Kunststof / kunststoffen kozijnen

Wat is de verleden tijd van isoleren?

De verleden tijd van isoleren is 'isoleerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïsoleerd'.

Wat betekent isoleren?

'materiaal zo aanbrengen dat kou, warmte of geluid minder goed naar binnen of naar buiten kunnen' en 'zorgen dat (iets of iemand) geen of heel weinig contact heeft met anderen'

Hoe spel je isoleren?

isoleren spel je I S O L E R E N

Wat is een ander woord voor isoleren?

Andere woorden voor isoleren zijn afscheiden, afschermen, afsluiten, afsplitsen, afzijdig stellen, afzonderen, apart zetten, gevangen zetten, interneren, koudebestendig maken en opsluiten.

Zoek isoleren op Woordenlijst.org
Zoek isoleren op Google
Zoek isoleren op Wikipedia