investeren

werkw.

Uitspraak:	[ɪnvɛsˈterə(n)]
Afbreekpatroon:	in·ves·te·ren
Vervoegingen:	investeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geïnvesteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) geld uitgeven (voor iets) met een doel op de langere termijn ^commercie

Voorbeelden:

`Het bedrijf investeert in een nieuwe fabriek om efficiënter te produceren.`,
`investeren in een jong, kansrijk bedrijf`

2) inspanningen doen (voor iets of iemand) om er later voordeel van te hebben

Voorbeeld:

`investeren in je personeel door ze cursussen te laten volgen`

Synoniemen

20 definities op Encyclo

[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Investeren``] Eene vesting berennen of insluiten
het ervoor gebruiken vb: zij investeert alle vrije tijd in haar hobby Synoniemen: besteden uitgeven met geld steunen vb: ik heb veel geld in dit bedrijf geïnvesteerd
1) Inhuldigen 2) Besteden aan 3) Inkleden 4) Geld steken in 5) Beleggen in een onderneming 6) Beleggen 7) Kapitaal beleggen 8) Steken in 9) Uitzetten van geld 10) Aandelen kopen
Bedrijfsmiddelen aanschaffen voor een onderneming (zie ook onder Begrippen B Bedrijfsmiddel).
beleggen Jaar van herkomst: 1937 (KOE )

Deze woorden beginnen met investeren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van investeren is 'investeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïnvesteerd'.

'geld uitgeven (voor iets) met een doel op de langere termijn' en 'inspanningen doen (voor iets of iemand) om er later voordeel van te hebben'

investeren spel je I N V E S T E R E N

Andere woorden voor investeren zijn aandelen kopen, beleggen, inhuldigen en steken in.

Op andere websites

Recentelijk gezocht