interrumperen

werkw.
Uitspraak:  [ɪntərʏm'perə(n)]
Afbreekpatroon:  in·ter·rum·pe·ren
Vervoegingen:  interrumpeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geïnterrumpeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand die praat) onderbreken formeel
Voorbeelden:  `Mag ik je even interrumperen?`,
`een minister interrumperen tijdens een debat`
Synoniem:  in de rede vallen


Synoniemen
bemiddelen   in de rede vallen   ingrijpen   interfereren   interveniëren   onderbreken   tussenbeide komen   tussenbeikomen   tussenkomen   

4 definities op Encyclo
  • 1) Tussenkomen 2) Storen 3) Onderbreken 4) Interveniëren 5) Bemiddelen 6) Interfereren 7) Ingrijpen 8) In de rede vallen 9) Hinderen
  • in de rede vallen Voorbeeld: Door mij steeds te interrumperen kom ik niet tot de kern van mijn verhaal.
  • Onderbreken, in de rede vallen van iemand tijdens een discussie. Doe je dat, dan wordt dit een interruptie genoemd (een onderbreking).
  • onderbreken Jaar van herkomst: 1538 (WNT dingtaal )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
interrumperen = interromperen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van interrumperen?
De verleden tijd van interrumperen is 'interrumpeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïnterrumpeerd'.
Wat betekent interrumperen?
'(iemand die praat) onderbreken'
Hoe spel je interrumperen?
interrumperen spel je I N T E R R U M P E R E N
Wat is een ander woord voor interrumperen?
Andere woorden voor interrumperen zijn bemiddelen, in de rede vallen, ingrijpen, interfereren, interveniëren, onderbreken, tussenbeide komen, tussenbeikomen en tussenkomen.

Op andere websites
Zoek interrumperen op Woordenlijst.org
Zoek interrumperen op Google
Zoek interrumperen op Wikipedia