| Uitspraak: | [ɪnˈtɛrn] |
| Afbreekpatroon: | in·tern |
| Voorbeelden: | `het interne geheugen van je computer`, `een intern onderzoek naar misstanden in het bedrijf` | |
| Antoniem: | extern | |
| interne geneeskunde | (geneeskunde van je inwendige organen) | |
| intern wonen | (wonen in de instelling waar je werkt of wordt behandeld) `Als je stage komt lopen in dit hotel, kun je intern wonen.` |
