het instrument

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ɪnstryˈmɛnt]
Afbreekpatroon:	in·stru·ment
Verbuigingen:	instrumenten (meerv.)

1) voorwerp waarmee je muziek maakt

Voorbeeld:	`De instrumenten van een blaaskwintet zijn fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot.`
Synoniem:	muziekinstrument

2) voorwerp dat je gebruikt bij nauwkeurig werk

Voorbeeld:

`de instrumenten van een chirurg`

3) middel dat bij iets helpt

Voorbeeld:	`De stemwijzer is een goed instrument om te helpen kiezen op een partij.`
Synoniemen:	hulpmiddel, middel

apparaat   gereedschap   gereedschappen   gerei   handwerktuig   hulpmiddel   instrumenten   middel   muziekinstrument   werktuig   werktuigen   

• •werktuig. • [muziek] verkort voor muziekinstrument.
• voorwerp om muziek mee te maken vb: welk instrument speel je? gereedschap voor fijn werk vb: de tandarts gebruikt deze instrumenten
• Let op: Spelling van 1858 instrumentum, Lat., een werktuig, bijzonder voor toonkunstenaars, wondheelers, enz.; ook oorkonde, bewijsschrift. Instrumentaal, als middel of werktuig dienende; met behulp van werktuigen verrigt; instrumentale muzijk, welke uit enkele speeltuigen bestaat, zonder gezang. Instrumenter...
• 1) Een voorwerp om geluiden voort te brengen 2) Een werktuig voor specifieke handelingen 3) Pijporgel 4) Instrumenten 5) Middel 6) Een middel om muziek te maken 7) Werktuig 8) Werkterrein 9) Toestel 10) Een hulpmiddel om een taak uit te voeren 11) Een gereedschap om metingen uit te voeren 12) Een gereedschap ...
• Bevoegdheid (tot het nemen van een besluit door een bevoegd gezag) met een grondslag in de omgevingswet

Toon uitgebreidere definities

• instrumentaal• instrumentair• instrumentalis• instrumentarium• instrumentatie• instrumenteel• instrumentenbord• instrumentenbouwer• instrumentmaker

• blaasinstrument• muziekinstrument• slaginstrument• snaarinstrument• strijkinstrument• tokkelinstrument• toetsinstrument• rietinstrument• propaganda-instrument• orkestinstrument• meetinstrument• enkelrietinstrument• dubbelrietinstrument• communicatie-instrument• beleidsinstrument• beleggingsinstrument• begeleidingsinstrument• afleesinstrument• aanwijzingsinstrument

instrument (werktuig; muziekspeeltuig)

Is het 'de instrument' of 'het instrument'?

Het is 'het instrument', want instrument is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat instrument'.

Wat is het meervoud van instrument?

Het meervoud van instrument is 'instrumenten'. Eén instrument, twee instrumenten.

Wat betekent instrument?

'voorwerp waarmee je muziek maakt' en 'voorwerp dat je gebruikt bij nauwkeurig werk' en 'middel dat bij iets helpt'

Hoe spel je instrument?

instrument spel je I N S T R U M E N T

Wat is een ander woord voor instrument?

Andere woorden voor instrument zijn apparaat, gereedschap, gereedschappen, gerei, handwerktuig, hulpmiddel, instrumenten, middel, muziekinstrument, werktuig en werktuigen.

Zoek instrument op Woordenlijst.org
Zoek instrument op Google
Zoek instrument op Wikipedia