I installeren

werkw.
Uitspraak:  [ɪnstɑˈlerə(n)]
Afbreekpatroon:  in·stal·le·ren
Vervoegingen:  installeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geïnstalleerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(technische zaken) aanbrengen en goed laten werken
Voorbeelden:  `een verwarmingsketel laten installeren door een vakman`,
`een harde schijf installeren op je computer`


II zich installeren

reflexief werkw.
Uitspraak:  [ɪnstɑˈlerə(n)]
Afbreekpatroon:  in·stal·le·ren
Vervoegingen:  installeerde zich (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft zich geïnstalleerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

alles zo regelen dat het naar je zin is
Voorbeeld:  `je in een stoel installeren met een glas bier en nootjes`


Synoniemen
aanbrengen   aanleggen   aanstellen   benoemen   inrichten   monteren en aansluiten   plaatsen   stationeren   vestigen   

7 definities op Encyclo
  • - Het kopiëren van gegevens naar de harde schijf van een computer, zodat een programma gebruikt kan worden.
  • (Bijna alle apparaten en programma's moeten geðnstalleerd worden voor je ermee aan de slag kan. Eerst met de hand (de hardware aansluiten) , daarna via het besturingssysteem (drivers of complete applicaties op de harddisk zetten) .)
  • plaatsen en aansluiten vb: wie heeft de cv-ketel geïnstalleerd? plechtig vieren dat iemand benoemd is vb: de installatie van de burgemeester is dinsdag voor jezelf een plek gezellig inrichten vb: ze installeerde zich met een zak chips op de bank
  • 1) Voor het gebruik gereedmaken 2) Stationeren 3) Plechtig bevestigen 4) Benoemen 5) Plaatsen waar dierenverzorgers studeren 6) Plaatsen 7) Monteren 8) Vestigen 9) Aanleggen 10) Aanstellen 11) Bevestigen 12) Inrichten 13) Nestelen 14) Aanbrengen van technische werken 15) Inwijden 16) Aanbrengen
  • Afstellen, inregelen en onderhouden van systemen en apparaten.
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
installeren (gereedmaken voor functionering; inhuldigen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van installeren?
De verleden tijd van installeren is 'installeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïnstalleerd'.
Wat betekent installeren?
'(technische zaken) aanbrengen en goed laten werken'
Hoe spel je installeren?
installeren spel je I N S T A L L E R E N
Wat is een ander woord voor installeren?
Andere woorden voor installeren zijn aanbrengen, aanleggen, aanstellen, benoemen, inrichten, monteren en aansluiten, plaatsen, stationeren en vestigen.

Op andere websites
Zoek installeren op Woordenlijst.org
Zoek installeren op Google
Zoek installeren op Wikipedia