inslapen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɪnslapə(n)]
Afbreekpatroon:  in·sla·pen
Vervoegingen:  sliep in (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is ingeslapen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) in slaap vallen
Voorbeeld:  `Na een kwartier is ze ingeslapen.`
Antoniem:  ontwaken

2) doodgaan
Voorbeelden:  `Na een onrustige nacht is ze vanmorgen vredig ingeslapen.`,
`je doodzieke hond laten inslapen bij de dierenarts`
Synoniem:  sterven


Synoniemen
bezwijken   doodgaan   heengaan   omkomen   ontslapen   overlijden   sneuvelen   sterven   vallen   verscheiden   wegvallen   

3 definities op Encyclo
  • 1) Ontslapen 2) Onder zeil gaan 3) Wegvallen 4) Verscheiden 5) Sneuvelen 6) Indutten 7) Indommelen 8) Minder waakzaam worden 9) Vallen 10) Sterven 11) Omkomen 12) Heengaan 13) Overlijden 14) Uitgeblust raken 15) Doodgaan 16) Bezwijken 17) Ontsluimeren
  • in slaap geraken
  • Inslapen is in dromenland verzeilen. Ook eufemisme voor afmaken van zieke dieren. [basiswoordenlijst groep 6]
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
inslapen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van inslapen?
De verleden tijd van inslapen is 'sliep in'. Het voltooid deelwoord is 'is ingeslapen'.
Wat betekent inslapen?
'in slaap vallen' en 'doodgaan'
Hoe spel je inslapen?
inslapen spel je I N S L A P E N
Wat is een ander woord voor inslapen?
Andere woorden voor inslapen zijn bezwijken, doodgaan, heengaan, omkomen, ontslapen, overlijden, sneuvelen, sterven, vallen, verscheiden en wegvallen.

Op andere websites
Zoek inslapen op Woordenlijst.org
Zoek inslapen op Google
Zoek inslapen op Wikipedia