inpluggen

werkw.
Uitspraak:  ['ɪmplʏxə(n)]
Afbreekpatroon:  in·plug·gen
Vervoegingen:  plugde in (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft ingeplugd (volt.deelw.)

(elektronische apparaten) op elkaar aansluiten met een stekertje
Voorbeeld:  `een USB-stick inpluggen in je computer`


1 definitie op Encyclo
  • 1) Aansluiten door middel van een stekkertje
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van inpluggen?
De verleden tijd van inpluggen is 'plugde in'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ingeplugd'.
Wat betekent inpluggen?
'(elektronische apparaten) op elkaar aansluiten met een stekertje'
Hoe spel je inpluggen?
inpluggen spel je I N P L U G G E N

Op andere websites
Zoek inpluggen op Woordenlijst.org
Zoek inpluggen op Google
Zoek inpluggen op Wikipedia