inlopen

werkw.Toon alle vervoegingen
Achterstand verminderen

Voorbeeld:

`Hij liep snel in op de lopers voor hem.`

aankomen   bezoeken   inhalen   instinken   intrappen   intuinen   langskomen   op bezoek komen   opzoeken   voorbijkomen   warmlopen   

• (1) Al lopend iets binnen boord trekken. `Loop jij die tros even in?` (2) M.b.t. een aanvaring: `Het schip is aan stuurboord ingelopen.`
• • [erga] een ruimte betreden. • [erga] een afstand goedmaken. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
• een achterstand kleiner maken vb: ik heb de voorsprong die hij op mij had, verkleind door lopen wat wijder laten worden vb: die nieuwe schoenen moet je nog inlopen door lopen de spieren warm laten worden vb: voor de wedstrijd moet ik altijd even inlopen
• 1) Binnenkomen 2) Intuinen 3) Intrappen 4) Instinken 5) Inhalen 6) Ingaan 7) Langzamerhand inhalen 8) Voorbijkomen 9) Langskomen 10) Dichterbij komen 11) Voorsprong verkleinen 12) Aankomen 13) Kleiner worden 14) Bezoeken 15) Opzoeken 16) Warmlopen 17) Achterstand verkleinen 18) Binnengaan
• binnenlopen, binnengaan

Toon uitgebreidere definities

inlopen

Wat betekent inlopen?

'Achterstand verminderen'

Hoe spel je inlopen?

inlopen spel je I N L O P E N

Wat is een ander woord voor inlopen?

Andere woorden voor inlopen zijn aankomen, bezoeken, inhalen, instinken, intrappen, intuinen, langskomen, op bezoek komen, opzoeken, voorbijkomen en warmlopen.

Zoek inlopen op Woordenlijst.org
Zoek inlopen op Google
Zoek inlopen op Wikipedia