I inkopen

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈɪnkopə(n)]
Afbreekpatroon:	in·ko·pen

wat je allemaal moet kopen

Voorbeeld:	`wekelijks inkopen doen in de supermarkt`
Synoniem:	boodschappen

II inkopen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɪnkopə(n)]
Afbreekpatroon:	in·ko·pen
Vervoegingen:	kocht in (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft ingekocht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(handelswaar) kopen om ze daarna te verkopen aan je klanten ^commercie

Voorbeelden:

`zonnebrandmiddelen inkopen bij de groothandel`,
`We kunnen fors besparen als we alles gezamenlijk inkopen.`

Synoniemen

7 definities op Encyclo

dingen die je koopt vb: heb je al inkopen gedaan?
kopen om zelf te gebruiken óf om door te verkopen vb: wie verzorgt de inkopen voor dit bedrijf?
1) Afnemen 2) Inslaan 3) Winkelen 4) Shopping 5) Aanschaffen 6) Hamsteren 7) Boodschappen 8) Indoen 9) Overnemen 10) Opslaan 11) Opdoen 12) Aankopen
De inkoopactiviteit omvat het onderzoek naar en de ontwikkeling van bronnen die de onderneming kunnen voorzien van grondstoffen, goederen, onderdelen, producten, diensten enz., het opvragen van prijsstellingen, het onderhandelen met mogelijke leveranciers over prijzen en levervoorwaarden, het plaatsen van ink...
Inkopen zijn de artikelen die worden gekocht of ingekocht. [basiswoordenlijst groep 5]

Deze woorden eindigen op inkopen:

Taaladvies

Wat is de juiste spelling: chef-inkoop of chef inkoop? Zie Chef-inkoop / chef inkoop

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

'wat je allemaal moet kopen'

inkopen spel je I N K O P E N

Andere woorden voor inkopen zijn aankopen, aanschaffen, afnemen, boodschappen, inslaan, kopen, overnemen en winkelen.

Op andere websites