inkleden

werkw.
Uitspraak:  [ˈɪnkledə(n)]
Afbreekpatroon:  in·kle·den
Vervoegingen:  kleedde in (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft ingekleed (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

vorm geven
Voorbeelden:  `Ze wisten het zo in te kleden dat anderen de schuld kregen.`,
`We gaan het buurtfeest anders inkleden.`,
`een subsidieaanvraag zo inkleden dat hij aan alle criteria voldoet`
Synoniem:  inrichten


Synoniemen
inrichten   omkleden   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Voordragen 2) Investeren 3) Inrichten 4) Omkleden 5) Mooi voorstellen 6) In zekere vorm gieten 7) In een bepaalde vorm gieten 8) Onder een bepaalde vorm voorstellen 9) Vervatten
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van inkleden?
De verleden tijd van inkleden is 'kleedde in'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ingekleed'.
Wat betekent inkleden?
'vorm geven'
Hoe spel je inkleden?
inkleden spel je I N K L E D E N
Wat is een ander woord voor inkleden?
Andere woorden voor inkleden zijn inrichten en omkleden.

Op andere websites
Zoek inkleden op Woordenlijst.org
Zoek inkleden op Google
Zoek inkleden op Wikipedia