inhalen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɪnhalə(n)]
Afbreekpatroon:	in·ha·len
Vervoegingen:	haalde in (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft ingehaald (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (wie of wat langzamer gaat) voorbijgaan

Voorbeeld:	`een auto inhalen op de snelweg`
Synoniem:	passeren
door de tijd ingehaald	(door moderne ontwikkelingen niet meer geldig of bruikbaar) `Die technologie is door de tijd ingehaald.`

2) (iets) later doen dan de bedoeling was

Voorbeeld:

`door ziekte een tentamen moeten inhalen`

3) blij en feestelijk ontvangen

Voorbeeld:

`De winnaar werd feestelijk ingehaald in zijn woonplaats.`

achterhalen   bijkomen   bijspijkeren   goedmaken   inlopen   intrekken   naar binnen halen   passeren   revisie   verwelkomen   voorbijgaan   voorbijrijden   

• Uit `De lagere vaktalen: Taal der smeden en koperslagers ` 1914 inhameren, met een hamer vernauwen.
• 'Inhalen' in het wegverkeer is de activiteit waarin een weggebruiker een andere weggebruiker bewust passeert. Rechts inhalen, of inhalen op wegvakken waar een inhaalverbod geldt voor de betreffende weggebruiker is niet toegestaan.
• er voorbij gaan door harder te rijden vb: Pim fietste voor mij, maar ik heb hem ingehaald iets doen wat je al eerder had moeten doen vb: ik heb die les gemist, maar ik kan hem inhalen feestelijk ontvangen vb: de schaatser werd ingehaald met muziek gelijk met iemand anders komen vb: ik had een behoorlijke acht...
• 1) Voorbijsteken 2) Dichterbij komen 3) Oplopen 4) Hieuwen 5) Voorsteken 6) Voorsprong verkleinen 7) Optrekken 8) Binnentrekken 9) Binnenhalen 10) Binnenbrengen 11) Bijspijkeren 12) Bijkomen 13) Bijhalen 14) Feestelijk verwelkomen 15) Feestelijk ontvangen 16) Goedmaken 17) Naar zich toe trekken 18) Naar binne...
• Een stuk stof bijeenhalen door het langs twee of meer evenwijdige lijnen steken of omringde draden te trekken, door het met draad, eventueel elastisch, te stikken of door er gespannen rubberen draden doorheen te weven

Toon uitgebreidere definities

inhalen (binnenhalen, binnenleiden; op gelijke hoogte komen, voorbijgaan)

Wat is de verleden tijd van inhalen?

De verleden tijd van inhalen is 'haalde in'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ingehaald'.

Wat betekent inhalen?

'(wie of wat langzamer gaat) voorbijgaan' en '(iets) later doen dan de bedoeling was' en 'blij en feestelijk ontvangen'

Hoe spel je inhalen?

inhalen spel je I N H A L E N

Wat is een ander woord voor inhalen?

Andere woorden voor inhalen zijn achterhalen, bijkomen, bijspijkeren, goedmaken, inlopen, intrekken, naar binnen halen, passeren, revisie, verwelkomen, voorbijgaan en voorbijrijden.

Zoek inhalen op Woordenlijst.org
Zoek inhalen op Google
Zoek inhalen op Wikipedia