ingaan

werkw.

Uitspraak:	[ˈɪnxan]
Afbreekpatroon:	in·gaan
Vervoegingen:	ging in (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	is ingegaan (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

beginnen

Voorbeeld:	`De huurtermijn gaat op 1 oktober in.`
Synoniem:	van kracht worden

beginnen   betreden   binnengaan   binnenkomen   binnenlopen   binnenstappen   binnentreden   inkomen   reageren   van kracht worden   

• tegen de draad ingaan (=het er niet er mee eens zijn en er tegen in gaan)
• het schip ingaan (=groot risico nemen, leidend tot verlies)
• er de boot mee ingaan (=iets hebben ondernomen, dat tot een totale mislukking heeft geleid)
Naar de spreekwoorden

• 1.binnengaan, binnentreden Voorbeeld: ‘De voordeur stond open; met 't ingaan zag Zalia geen steke voor haar ogen’ 2.overdenken, overwegen zich verdiepen in (DB, Te) Voorbeeld: ‘Als zij het goed ingaan, had zij nochtans alles wat zij verlangen kon om gelukkig te zijn’
• erop reageren vb: de minister ging niet op zijn vragen in beginnen vb: wanneer gaat de zomertijd in?
• 1) Van kracht worden 2) Reageren 3) Binnenstappen 4) Betreden 5) Aanvangen 6) Beginnen 7) Beginnen met binnenkomen 8) Binnenlopen 9) Binnenkomen 10) Inwilligen 11) Binnengaan 12) Intreden 13) Inkomen 14) Naar binnen gaan 15) Starten 16) Binnentreden
• Ingaan is ergens nauwgezet op reageren. [basiswoordenlijst groep 6]

Toon uitgebreidere definities

• ingaan op• ingaande

• erop ingaan

Wat is de verleden tijd van ingaan?

De verleden tijd van ingaan is 'ging in'. Het voltooid deelwoord is 'is ingegaan'.

Wat betekent ingaan?

'beginnen'

Hoe spel je ingaan?

ingaan spel je I N G A A N

Wat is een ander woord voor ingaan?

Andere woorden voor ingaan zijn beginnen, betreden, binnengaan, binnenkomen, binnenlopen, binnenstappen, binnentreden, inkomen, reageren en van kracht worden.

Zoek ingaan op Woordenlijst.org
Zoek ingaan op Google
Zoek ingaan op Wikipedia