improviseren

werkw.
Uitspraak:  [ɪmproviˈzerə(n)]
Afbreekpatroon:  im·pro·vi·se·ren
Vervoegingen:  improviseerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geïmproviseerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met weinig middelen (een probleem) oplossen
Voorbeeld:  `Er kwamen zo veel mensen dat ze moesten improviseren om iedereen te helpen.`

2) terwijl je een muziekinstrument bespeelt bedenken hoe je verder speelt muziek
Voorbeeld:  `Jazzmuzikanten improviseren vaak in een solo.`


8 definities op Encyclo
  • ter plekke bedenken vb: de toneelspelers improviseerden een toneelstukje
  • 1) Extemporeren 2) Onvoorbereid voordragen 3) Onvoorbereid spreken 4) Onvoorbereid musiceren 5) Onvoorbereid dichten 6) Voor de vuist weg spreken
  • Improviseren (zelfstandig naamwoord; de improvisatie) is het spontaan bedenken van een situatie en wordt onder andere gebruikt binnen de muziek, het toneel en dans. [basiswoordenlijst groep 8]
  • terplekke bedenken en uitvoeren Voorbeeld: Doordat er zoveel mensen waren, moest er flink geïmproviseerd worden om iedereen een plaats te geven.
  • voor het ogenblik bedenken
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met improviseren:
improviserenderwijs

Herkomst volgens etymologiebank.nl
improviseren (onvoorbereid bedenken en uitvoeren)

Taaladvies
Waar komt met kunst- en vliegwerk vandaan? Zie Met kunst- en vliegwerk

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van improviseren?
De verleden tijd van improviseren is 'improviseerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïmproviseerd'.
Wat betekent improviseren?
'met weinig middelen (een probleem) oplossen' en 'terwijl je een muziekinstrument bespeelt bedenken hoe je verder speelt'
Hoe spel je improviseren?
improviseren spel je I M P R O V I S E R E N

Op andere websites
Zoek improviseren op Woordenlijst.org
Zoek improviseren op Google
Zoek improviseren op Wikipedia