importeren

werkw.

Uitspraak:	[ɪmpɔrˈterə(n)]
Afbreekpatroon:	im·por·te·ren
Vervoegingen:	importeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geïmporteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(producten) vanuit het buitenland invoeren in je eigen land

Voorbeeld:	`schoenen en kleding uit China importeren`
Antoniem:	exporteren
Synoniem:	invoeren

invoeren   exporteren (antoniem)   

• het land in brengen vb: hij importeert auto's uit Duitsland Synoniem: invoeren Tegenstellingen: uitvoeren exporteren
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Handel), buitenlandsche goederen invoeren.
• 1) Van belang zijn 2) Invoeren
• bedragen.
• computergegevens invoeren - Jaar van herkomst: 1989 (HCC nieuwsbrief nov. 11, 47 ) invoeren - Jaar van herkomst: 1824 (WEI )

Toon uitgebreidere definities

importeren (invoeren van handelswaar)

Wat is de verleden tijd van importeren?

De verleden tijd van importeren is 'importeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïmporteerd'.

Wat betekent importeren?

'(producten) vanuit het buitenland invoeren in je eigen land'

Hoe spel je importeren?

importeren spel je I M P O R T E R E N

Wat is een ander woord voor importeren?

Een ander woord importeren is invoeren.

Wat is het tegenovergestelde van importeren?

Een antoniem van importeren is exporteren.

Zoek importeren op Woordenlijst.org
Zoek importeren op Google
Zoek importeren op Wikipedia