imponeren

werkw.
Uitspraak:  [ɪmpoˈnerə(n)]
Afbreekpatroon:  im·po·ne·ren
Vervoegingen:  imponeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geïmponeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

grote indruk maken op (iemand)
Voorbeelden:  `De hoogspringer imponeerde de toeschouwers met zijn record.`,
`een imponerende theatervoorstelling`


Synoniemen
ontzag inboezemen   

5 definities op Encyclo
  • indruk op iemand maken vb: hij imponeerde iedereen met zijn voordracht
  • Let op: Spelling van 1858 opleggen (b.v. stilzwijgen); inboezemen (als bewondering, eerbied, achting); indruk maken, opzien baren. Imponerend of imposant, gebiedend, indrukmakend. Impositie, impositio, Lat., de oplegging (van handen, of belastingen), imposito silentio, onder opgelegd stilzwijgen
  • 1. opleggen, schuiven op. Latijn imponere; 2. plaatsen in.
  • 1) Zich doen gelden 2) Indruk maken 3) Ontzag afdwingen 4) Ontzag inboezemen 5) Opleggen 6) Eerbied inboezemen
  • ontzag inboezemen Jaar van herkomst: 1923 (WNT vetzucht )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
imponeren (indruk maken)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van imponeren?
De verleden tijd van imponeren is 'imponeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïmponeerd'.
Wat betekent imponeren?
'grote indruk maken op (iemand)'
Hoe spel je imponeren?
imponeren spel je I M P O N E R E N
Wat is een ander woord voor imponeren?
Een ander woord imponeren is ontzag inboezemen.

Op andere websites
Zoek imponeren op Woordenlijst.org
Zoek imponeren op Google
Zoek imponeren op Wikipedia