imiteren

werkw.
Uitspraak:  [imiˈterə(n)]
Afbreekpatroon:  imi·te·ren
Vervoegingen:  imiteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geïmiteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets) zo maken dat het op iets anders lijkt, of (iets) zo doen als iemand anders
Voorbeeld:  `Jonge kinderen imiteren hun ouders.`
Synoniemen:  nabootsen, nadoen


Synoniemen
mimen   nabootsen   nadoen   namaken   navolgen   simuleren   volgen   

5 definities op Encyclo
  • •doen wat iemand anders doet.
  • iets hetzelfde doen als iemand anders vb: zij kan prachtig de koningin imiteren Synoniemen: nabootsen nadoen
  • 1) Nabootsen 2) Mimen 3) Iemand nadoen 4) Na-apen 5) Navolgen 6) Simuleren 7) Nadoen 8) Kopiëren 9) Naschilderen 10) Namaken 11) Spottend nabootsen
  • Imiteren is nadoen. [basiswoordenlijst groep 8]
  • navolgen Jaar van herkomst: 1669 (MEY )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op imiteren:
limiteren

Herkomst volgens etymologiebank.nl
imiteren (nabootsen, namaken)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van imiteren?
De verleden tijd van imiteren is 'imiteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïmiteerd'.
Wat betekent imiteren?
'(iets) zo maken dat het op iets anders lijkt, of (iets) zo doen als iemand anders'
Hoe spel je imiteren?
imiteren spel je I M I T E R E N
Wat is een ander woord voor imiteren?
Andere woorden voor imiteren zijn mimen, nabootsen, nadoen, namaken, navolgen, simuleren en volgen.

Op andere websites
Zoek imiteren op Woordenlijst.org
Zoek imiteren op Google
Zoek imiteren op Wikipedia