de (m)/het ijssalon

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['ɛisalɔn]
Afbreekpatroon:	ijs·sa·lon
Verbuigingen:	ijssalons (meerv.)

zaak waar je ijs en zoete lekkernijen kunt eten en kopen om mee te nemen

Voorbeelden:

`Ze zat langzaam ijs te lepelen in de ijssalon.`, `ijs halen in de ijssalon`

• 1) Gelegenheid waar men ijs kan eten 2) Zaak waar men ijs eet 3) Winkel 4) Horecagelegenheid 5) Zaak waarin men ijs eet 6) Horecabedrijf 7) Horeca gelegenheid 8) IJstent 9) IJsspeciaalzaak 10) Plaats waar ijs geschept wordt 11) Plaats waar ijs verkocht wordt 12) IJscowinkel 13) Winkel met koude lekkernijen
• Een 'ijssalon' is een horeca-gelegenheid waar handgeschept ijs genuttigd kan worden. Veel ijssalons zijn bedrijven van Italiaanse ijsmakers; ze zijn vaak getooid met namen als 'Roma' of 'Venezia'.

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de ijssalon' of 'het ijssalon'?

Het is zowel 'de ijssalon' als 'het ijssalon'. Als je het aanwijst is het 'die ijssalon' of 'dat ijssalon'.

Wat is het meervoud van ijssalon?

Het meervoud van ijssalon is 'ijssalons'. Eén ijssalon, twee ijssalons.

Wat betekent ijssalon?

'zaak waar je ijs en zoete lekkernijen kunt eten en kopen om mee te nemen'

Hoe spel je ijssalon?

ijssalon spel je I J S S A L O N

Zoek ijssalon op Woordenlijst.org
Zoek ijssalon op Google
Zoek ijssalon op Wikipedia