huwen

werkw.
Uitspraak:  [ˈhywə(n)]
Afbreekpatroon:  hu·wen
Vervoegingen:  huwde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is gehuwd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

voor de wet of voor de kerk beloven dat je gaat samenwonen en voor elkaar en je kinderen zult zorgen
Voorbeeld:  `Mijn broer heeft mijn vriendin gehuwd.`
Synoniem:  trouwen


Synoniemen
trouwen   

6 definities op Encyclo
  • •trouwen
  • iemand tot je wettige echtgenoot nemen vb: wanneer zullen zij nu eens gaan huwen? Synoniem: trouwen Tegenstelling: scheiden
  • 1) Nestelen 2) Als vrouw nemen 3) Paren 4) Trouwen 5) Delen 6) Echten 7) Houwen 8) In de echt treden
  • Huwen is trouwen, oftewel in het huwelijk treden. [basiswoordenlijst groep 8]
  • trouwen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op huwen:
schuwenverafschuwenwaarschuwen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
huwen (in de echt treden, trouwen)

Taaladvies
  1. Wat is correct: bruidslijst of huwelijkslijst? Zie Bruidslijst / huwelijkslijst
  2. Wordt deze samenstelling aaneen geschreven, of komt er een spatie tussen? Zie jonggehuwd koppel / jong gehuwd koppel
  3. Wordt deze samenstelling aaneen geschreven, of komt er een spatie tussen? Zie pasgetrouwd koppel / pas getrouwd koppel


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van huwen?
De verleden tijd van huwen is 'huwde'. Het voltooid deelwoord is 'is gehuwd'.
Wat betekent huwen?
'voor de wet of voor de kerk beloven dat je gaat samenwonen en voor elkaar en je kinderen zult zorgen'
Hoe spel je huwen?
huwen spel je H U W E N
Wat is een ander woord voor huwen?
Een ander woord huwen is trouwen.

Op andere websites
Zoek huwen op Woordenlijst.org
Zoek huwen op Google
Zoek huwen op Wikipedia