husselen

werkw.
Uitspraak:  ['hʏsələ(n)]
Afbreekpatroon:  hus·se·len
Vervoegingen:  husselde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehusseld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

door elkaar mengen of schudden
Voorbeelden:  `een stel speelkaarten husselen`,
`Toen de gasten het hoofdgerecht op hadden, vroeg de gastvrouw of ze wilden husselen.`


Synoniemen
hutselen   

3 definities op Encyclo
  • 1) Door elkaar mengen 2) Door elkaar schudden 3) Dooreenschudden 4) Mengen 5) Hutselen
  • schudden
  • zaken of delen van iets zodanig door elkaar zetten, vaak door schudden of roeren, dat ze onderling van plaats verwisselen en dooreengemengd worden zaken onderling van plaats verwisselen om een niet voorspelbare of willekeurige volgorde te verkrijgen; de ordening van zaken dooreenhalen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
husselen = hutselen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van husselen?
De verleden tijd van husselen is 'husselde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehusseld'.
Wat betekent husselen?
'door elkaar mengen of schudden'
Hoe spel je husselen?
husselen spel je H U S S E L E N
Wat is een ander woord voor husselen?
Een ander woord husselen is hutselen.

Op andere websites
Zoek husselen op Woordenlijst.org
Zoek husselen op Google
Zoek husselen op Wikipedia