huren

werkw.

Uitspraak:	[ˈhyrə(n)]
Afbreekpatroon:	hu·ren
Vervoegingen:	huurde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gehuurd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

geld betalen om iets te gebruiken

Voorbeelden:

`een huis huren`,
`een auto huren`

Zie ook:

Synoniemen

7 definities op Encyclo

•tegen betaling lenen.
het gebruiken tegen betaling vb: we hebben deze woning gehuurd er is een kamer te huur [je kunt hem huren]
1) Tegen betaling gebruiken 2) Leasen 3) Tegen betaling lenen 4) Inhuren 5) In dienst nemen 6) Tijdelijk gebruiken 7) Charteren 8) Nemen 9) Voor geld in dienst nemen 10) Dingen 11) Pachten 12) Engageren 13) Tegen vergoeding gebruiken
Huren is een woning of bedrijfsruimte voor een bepaalde tijd tegen vergoeding mogen betrekken. Je kunt ook een auto of een fiets voor een bepaalde tijd huren. Het is een soort bruikleen tegen betaling. [basiswoordenlijst groep 6]
Ontvangen van woon-, beheer- of gebruiksrecht van een bezit of een stuk grond tegen betaling aan de eigenaar. De voorwaarden voor zulke afspraken worden meestal vastgelegd in een huurovereenkomst

Deze woorden beginnen met huren:

Deze woorden eindigen op huren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Schrijf je kandidaat-huurder met een koppelteken? Zie kandidaat-huurder / kandidaat huurder
Hoe vervoeg je het werkwoord leasen? Zie Leasen: leasede / leasde / leasete / leaste

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van huren is 'huurde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehuurd'.

'geld betalen om iets te gebruiken'

huren spel je H U R E N

Andere woorden voor huren zijn charteren, dingen, engageren, in dienst nemen, inhuren en leasen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht