huppelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈhʏpələ(n)]
Afbreekpatroon:  hup·pe·len
Vervoegingen:  huppelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehuppeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een beetje springend lopen
Voorbeeld:  `Het meisje huppelt vrolijk naar het huis van haar vriendinnetje.`


Synoniemen
dansen   dartelen   

Intensiveringen
Hoe kun je huppelen krachtiger uitdrukken?
huppelen als een kalf;

6 definities op Encyclo
  • 'Huppelen' is een gang met kleine sprongen.
  • eerst op het ene en dan op het andere been een sprongetje maken vb: het meisje huppelde naast haar vader
  • 1) Springend voortgaan 2) Springend lopen 3) Springen 4) Manier van lopen 5) Dartelen 6) Dansen 7) Hippen 8) Trippelen 9) Sprongetjes 10) Dansend lopen 11) Wippen
  • met dansende sprongetjes bewegen; zich met dansende sprongetjes voortbewegen vrolijk springerig klinken
  • zich springend voortbewegen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
huppelen (zich met sprongetjes voortbewegen)

Taaladvies
In een bekend sinterklaasliedje komt de volgende zin voor: “Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer.” Is het niet beter om te zeggen: `Hoe huppelt zijn paardje over het dek op en neer`? Zie Hoe huppelt zijn paardje (over) het dek op en neer

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van huppelen?
De verleden tijd van huppelen is 'huppelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehuppeld'.
Wat betekent huppelen?
'een beetje springend lopen'
Hoe spel je huppelen?
huppelen spel je H U P P E L E N
Wat is een ander woord voor huppelen?
Andere woorden voor huppelen zijn dansen en dartelen.

Op andere websites
Zoek huppelen op Woordenlijst.org
Zoek huppelen op Google
Zoek huppelen op Wikipedia