huiveren

werkw.
Uitspraak:  [ˈhœyvərə(n)]
Afbreekpatroon:  hui·ve·ren
Vervoegingen:  huiverde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehuiverd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

even met je lichaam trillen
Voorbeeld:  `huiveren van spanning bij een enge film`
Synoniem:  bibberen
huiveren voor  (afkeer hebben van) `Puristen huiveren voor de taal van chatters.` Synoniem: terugschrikken voor

Zie ook:  huiver


Synoniemen
beven   bibberen   griezelen   gruwen   rillen   terugdeinzen   

5 definities op Encyclo
  • een rilling door je lichaam voelen gaan vb: zij huiverde van angst toen ze de inbreker zag
  • 1) In angst verkeren 2) Beven 3) Vrezen 4) Rillen 5) Sidderen 6) Griezelen 7) Gruwen 8) Terugdeinzen 9) Bibberen 10) IJzen 11) Uiting van koude 12) Terugschrikken
  • Huiveren is gruwelen, griezelen, sidderen. [basiswoordenlijst groep 6]
  • rillen
  • rillen Jaar van herkomst: 1573 (Plantijn )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
huiveren (beven, rillen; aarzelen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van huiveren?
De verleden tijd van huiveren is 'huiverde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehuiverd'.
Wat betekent huiveren?
'even met je lichaam trillen'
Hoe spel je huiveren?
huiveren spel je H U I V E R E N
Wat is een ander woord voor huiveren?
Andere woorden voor huiveren zijn beven, bibberen, griezelen, gruwen, rillen en terugdeinzen.

Op andere websites
Zoek huiveren op Woordenlijst.org
Zoek huiveren op Google
Zoek huiveren op Wikipedia